Herpublicatie: Leidse traumatherapie voor mishandelde vrouwen blijkt succes

Dit artikel verscheen in Leidsch Dagblad. Auteur: Annalaura Molducci.  

’Blijf van mijn lijf en ga uit mijn hoofd’ heet een speciale traumatherapie die de Leidse vrouwenopvang Rosa Manus en het Leids Universitair Behandel- en Expertise Centrum (Lubec) sinds twee jaar aanbieden. De therapie is een groot succes bij mishandelde vrouwen met een posttraumatische stress stoornis (PTSS) en krijgt vrijdag een prijs. De prijs wordt uitgereikt door Drakentemmers, het expertiseplatform trauma en gehechtheid na huiselijk geweld. Vooral de manier waarop Leiden de zaken aanpakt door moeders en kinderen gezamenlijk te behandelen, is een voorbeeld voor de rest het land, vindt het platform. De gemeente steunt de proef in Leiden financieel, omdat het allerlei ervaringen moet opleveren voor soortgelijke behandelingen in de rest van het land. Hoogleraar klinische psychologie Maartje Schoorl en directeur-bestuurder Paula van den Boom van de Leidse vrouwenopvang Rosa Manus zijn blij dat ze de prijs krijgen, want ze doen iets wat tot nu toe niet gebeurt.

PTSS

In 2020 werden al de eerste plannen gemaakt om de vrouwen met PTSS die de vrouwenopvang binnenkwamen te behandelen. Dat gebeurt op vrijwillige basis. Tot nu toe zijn er negentien vrouwen gescreend en elf behandeld. Daarnaast is er ook traumabehandeling voor kinderen gestart binnen Lubec, en zijn vier kinderen geholpen. De behandelingen hadden effect en de stress daalde bij iedereen.

De meeste mensen die iets traumatisch meemaken, houden daar niets aan over, maar een kleine groep wel. Die leven permanent in angst en praten niet over wat ze overkomt, omdat ze bang zijn voor hun herinneringen. Daardoor kan PTSS ontstaan én wordt het geweld niet opgelost. Dat komt relatief vaak voor bij huiselijk geweld. „Opvoeden is dan ook lastig, omdat een vrouw met PTSS zich bijvoorbeeld niet kan focussen op haar kinderen. Ze kan zich niet concentreren en zit in de overlevingsstand”, legt Schoorl uit.

Als de vrouw de stap durft te nemen om weg te gaan bij haar man die haar psychisch mishandelt, slaat en/of verkracht en naar de vrouwenopvang gaat, wordt er eerst een screening gedaan of ze PTSS heeft. Daarna volgt een behandeling die een maand duurt en zeer intensief is. Drie keer per week is er een gesprek met een therapeut die erop is gericht dat de vrouw een trauma herbeleeft, zodat het minder ernstig wordt.

Praktijk

Schoorl noemt een voorbeeld uit de praktijk: een vrouw die regelmatig door haar man wordt geslagen, uit de woning wordt gesleept en van de trap in de flat wordt gegooid. Ze staat doodsangsten uit, maar praat er heel lang met niemand over tot ze besluit om te vluchten. Het kan ook zijn dat de politie haar naar de vrouwenopvang heeft gebracht. Als in de opvang blijkt dat ze PTSS heeft, kan ze direct worden behandeld bij Lubec. „We gaan dan terug naar het moment waarop ze het trauma opliep en vragen bijvoorbeeld ook wat ze voelt en ruikt, zodat de angst goed wordt opgeroepen. Na herhaling worden de emoties minder heftig en neemt de PTSS af.”

De therapie kan binnen Lubec ook voor getraumatiseerde kinderen worden toegepast. De vrouwen die ervoor in aanmerking komen, doen vrijwillig mee. Vrijwel alle vrouwen die de afgelopen jaren zijn behandeld, hadden er baat bij. Hun stressklachten verminderden uiteindelijk en ze waren weer in staat om hun kinderen op te voeden.

Filmpje

Schoorl laat een filmpje zien van een vrouw die na een behandeling zegt blij te zijn dat ze over het trauma kon praten. Daarvoor was ze alleen maar bang en nam ze niemand in vertrouwen. Toen ze bij de opvang was opgenomen, leek het alsof ze licht verstandelijk beperkt was. Dat bleek totaal niet het geval. De vrouw is na behandeling prima in staat onder woorden te brengen hoe ze de behandeling heeft ervaren en hoe goed het haar heeft gedaan. Ze is zo blij dat ze het ook anderen aanraadt.

Uit onderzoek van het Verwey Jonker instituut onder 576 probleemgezinnen waar geweld werd gebruikt en die een jaar lang werden gevolgd, blijkt dat in de meeste gezinnen sprake is van meerdere problemen bij ouders en kinderen. Een mishandelde vrouw krijgt te maken met gemiddeld 74 geweldsincidenten per jaar. Daarom is het ook belangrijk dat het hele gezin in therapie gaat. De behandelaars hebben het voor elkaar gekregen dat er vanaf januari volgend jaar ook met plegers van geweld, de vaders, wordt gewerkt. „We focussen ons niet alleen op de vrouw als slachtoffer, maar gaan ons richten op het hele gezin. Daarvoor moeten we ook de plegers erbij betrekken, want die zijn onderdeel van het probleem. We drukken ze niet in de hoek, maar proberen ze er bij te betrekken zodat het geweld stopt”, zegt Van den Boom.

De aanpak, ’Safe Home Leiden’, is er niet op gericht om een gezin bij elkaar te houden of te voorkomen dat een pleger strafrechtelijk wordt vervolgd. „Het gaat er gewoon om dat iedereen zijn aandeel heeft in wat er is gebeurd. Geweld wordt bovendien van generatie op generatie doorgegeven. Plegers hebben vaak zelf ook met geweld te maken gehad. Dat geldt ook voor slachtoffers, die kunnen vaak in hun jeugd ook psychisch of fysiek zijn mishandeld en kiezen dan later onbewust weer voor een soortgelijke partner. We willen die spiraal doorbreken.”

Tot nu toe werd er in de hulpverlening vanuit gegaan dat vrouwen eerst rust moeten krijgen en dan pas een behandeling nodig hebben. Bovendien zijn de wachttijden voor de GGZ bijna een jaar. „Bij Rosa Manus verblijven de vrouwen gemiddeld zeven maanden. Zodra ze binnen zijn, kunnen we aan de slag zodat ze binnen een half jaar van hun traumaklachten zijn afgeholpen en kunnen gaan bouwen aan een positief leven.”

 

Zonder geweld

De gemeente Leiden heeft de eerste proef gefinancierd, en het project wordt nu met subsidie van organisatie ZonMW uitgebreid met zorg voor het hele gezin en wetenschappelijk onderzoek. „Maar het gaat daarbij telkens om korte financieringen, terwijl wij graag zouden willen dat het structureel wordt”, zegt Van den Boom. Schoorl heeft goede hoop dat het gaat lukken. „Want door deze aanpak kunnen we wetenschappelijk aantonen dat geweld in de gezinnen stopt. Dat heeft ook een kostenkant, ouders vallen bijvoorbeeld niet uit op werk en de trauma’s worden niet doorgegeven aan de volgende generatie. Het maakt de ouders ook beter in staat om problemen aan te pakken zonder geweld.”

Reacties